10 februari 2022
Geachte zorgaanbieders,
Het rijk wil een verbetering van de salarissen in de zorg en heeft besloten dat de middenlonen met 1,5% moeten stijgen. Dit is landelijk in overleg tussen rijk en werkgevers praktisch vertaald naar een stijging van de OVA met 1,13%. De OVA (Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling) wordt jaarlijks door de overheid vastgesteld en gebruikt voor diverse indexaties. Het kabinet heeft € 675 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering. Gemeenten ontvangen hiervan € 94 miljoen structureel.
Hiernaast speelt dat de onderhandelingen over de cao-jeugdzorg zijn vastgelopen. Werkgevers vrezen een faillissement als ze op de looneis in gaan, maar vervolgens geen hogere tarieven van gemeenten ontvangen. De impasse die hierdoor ontstaat is gezien de krapte op de arbeidsmarkt niet wenselijk. In dit kader hebben de VNG, rijk en werkgevers twee oproepen gedaan. Reeds in 2021 hebben de colleges uitgesproken gehoor te geven aan deze oproepen en deze voor de NSDMH-regio te implementeren. Het betreft de twee onderstaande oproepen:
Oproep VNG
- Oproep 1: verhoog de indexatie van de looncomponent met 1,13%
- Oproep 2: indexeer conform de OVA van 2,74% en de PPC van 1,83%
Resultaat van beide oproepen is dat VNG oproept tot een indexatie van de looncomponent met 3,87% (2,74 + 1,13). Waarbij de VNG uitgaat van een indexatie van de prijscomponent met 1,83%.
Tariefaanpassing
Het voorstel is de oproep van de VNG te hanteren door aan te sluiten bij de genoemde percentages. Hiervoor is een correctie op de gehanteerde indexatiepercentages in Midden-Holland nodig.
Bij de indexatie van tarieven wordt onderscheid gemaakt naar de loon- en de prijscomponent, daarnaast werden tot op heden andere indices gebruikt voor de bepaling van de tarief indexatie. Een stijging van de looncomponent van 1,13% vertaalt zich dus niet in een zelfde stijging van het tarief. In MH hanteren we voor de ambulante diensten een indexatie van 90/10 (respectievelijk loon/prijs) en voor diensten op locatie van de aanbieder 50/50. Hieraan verandert niets.
Zowel de index voor de loon- als de prijscomponent wordt aangepast conform de oproep van de VNG. Voor de prijscomponent betekent dit een daling van de indexatie en voor de looncomponent een stijging. Deels heffen deze effecten zich dus op, per saldo resulteert dit wel in een stijging van het percentage voor indexatie en daarmee dus de tarieven. Zie tabel 1 voor de berekening.
Tabel 1. Indexatiepercentages
Huidige indexatie 2022 | Voorgestelde indexatie 2022 | |
Index looncomponent | 2,9% | 2,74 (OVA) + 1,13 = 3,87% |
Index prijscomponent | 2,7% | 1,83% (PPC) |
Index ambulante diensten (90/10) | 2,88% | 3,7% (+0,79) |
Index locatie-gebonden diensten (50/50) | 2,80% | 2,85% (+0,05) |
Diensten met een uurtarief worden in de praktijk per minuut gedeclareerd. Om dit mogelijk te maken worden deze tarieven afgerond, zodat ze deelbaar zijn door 60 (minuten). In bijlage 1 is de nieuwe tarieftabel opgenomen.
Ingangsdatum
Na bespreking aan de tussentijdse (gecombineerde) FO Wmo en Jeugd (28 januari 2022), zijn de herijkte tarieven ter besluitvorming voorgelegd aan de vijf colleges van de NSDMH-regio. De colleges hebben begin februari conform besloten. Hiermee is uitsluitsel over de wijziging in tarieven nog tijdig om te worden doorgevoerd per 1 februari 2022. Declaratie hiervan vindt immers plaats vanaf maart 2022. De herijkte tarieven gelden met ingang van 1 februari 2022.
Met vriendelijke groet,
Team RDS